Importeren

Top  Previous  Next

Met deze optie kun je databestanden binnenhalen die met een ander programma, bijvoorbeeld een spreadsheet, zijn gemaakt. Dit kunnen ASCII-files (meestal TXT-files) zijn of bestanden die gemaakt zijn met een vorige versie van VUSTAT. De tekstfile wordt naar een datatabel omgezet, die je vervolgens kunt opslaan.

 

Eerste rij.

In het tekstbestand kunnen op de eerste regel wel of niet de namen van de variabelen staan. Dat moet je hier opgeven. Als het niet bekend is moet je er door maar gewoon proberen achter komen. Indien er in het tekstbestand geen variabelen zijn worden in de datatabel variabelen V1, V2  enzovoort geplaatst. Later kun je die dan aanpassen. Als er wel variabelen zijn is het verstandig het type te controleren. Via Variabelen wijzigen kun je de aanpassingen doen.

Het best is een variabele als één woord, zonder spaties of andere tekens die als scheidingstekens kunnen gelden.

 

Scheidingstekens

Om de waarden in een tekstfile van elkaar te kunnen onderscheiden zijn scheidingstekens nodig. Veel voorkomende scheidingstekens zijn bijvoorbeeld tabs, komma's of puntkomma’s. Je kunt aanvinken met welk scheidingsteken rekening gehouden moet worden.

 

Ontbrekende waarden

In datasets komen ook records voor die waarden missen. In tekstbestanden worden zulke ontbrekende waarden vaak gecodeerd aangegeven, bijvoorbeeld met 999. Deze code dient bekend te zijn opdat een ontbrekende waarde in VUSTAT ook correct als een ontbrekende waarde wordt aangegeven met **.

 

Excel

Excel bestanden kun je direct importeren via het menu Bestand van de datatabel.

Het Excel bestand moet je zonodig aanpassen dat de eerste regel de variabelen bevat.

Het Excel bestand moet een extensie xls hebben, de Excel 97-2003 Werkmap.

Een xlsx bestand moet je daarom via Excel eerst opslaan als een xls bestand.